Kalibreren

‘Kalibreren’ is het bepalen van de afwijking van een meetinstrument ten opzichte van een relevante standaard’. Het resultaat wordt vastgelegd in een kalibratie-certificaat. Op dit certificaat wordt (o.a.) vermeld:

  • het referentie-instrument genoemd, dat voor de kalibratie is gebruikt en de meetonzekerheid van deze referentie
  • bij diverse doelwaarden (variërend over het meetbereik) de afwijkingen van de meetwaarden t.o.v. de standaard vermeld als % van de referentiewaarde.

Kalibreren is niet hetzelfde als ijken, hoewel de twee begrippen in de volksmond nog wel eens als synoniem voor elkaar worden gezien. Bij kalibreren wordt geen waardeoordeel gegeven, maar slechts feitelijke informatie verzameld en gerapporteerd: de afwijkingen ten opzichte van de gehanteerde standaard. Anders is dat bij ijken, waar er juist wel een waardeoordeel wordt gegeven. Nadat de afwijkingen zijn gemeten, wordt vastgesteld of de afwijking wel/niet binnen de normen valt die voor het meetinstrument van toepassing/voorgeschreven zijn. Het meetinstrument wordt bij ijken dus goed- of afgekeurd.

In de praktijk wordt kalibreren gedaan met als standaarden:

  • referentiemeters, die een significant kleinere onzekerheid hebben dan de te kalibreren meter
  • provers, speciaal voor kalibreren bedoelde apparaten